Elfenland

Zes elfen reizen door een fantasieland vol woestijnen, bossen en bergen. Ze kunnen gebruik maken van onder andere draken, trollenkarren, toverwolken en eenhoorns om zo veel mogelijk steden aan te doen.
De elfen zullen creatief met hun reismogelijk-heden moeten omspringen en gebruik moeten maken van elkaars wegen. Maar ze kunnen elkaar ook hinderen door bomen op de paden van de tegenstanders te leggen.

Winnaar is de elf, die de meeste steden weet aan te doen.

Doel van het spel: De spelers proberen zo veel mogelijk souvenirs te verzamelen tijdens hun reis door de fantasiewereld Elfenland.

Voorbereiding: De spelers starten met hun elfenlaars op Elvenhold. Voor iedere speler ligt er een souvenir klaar op elk van de andere 20 steden. De transportfiches worden gedekt op tafel gelegd en geschud. Daarna worden er 5 opengedraaid. De spelers ontvangen bovendien 8 reiskaarten.

Spelverloop in fasen:
Gedekt fiche trekken en gedekt neerleggen: Drie keer open of gedekt fiche pakken en open neerleggen.

Om de beurt een fiche op een weg neerleggen tot iedereen past:
Alleen op wegen waar het betreffende vervoermiddel mag bewegen. Op water kunnen geen transportfiches worden gelegd.
Een hindernisfiche mag op een weg, waar al een transportfiche ligt, geplaatst worden.

Om de beurt de gehele reis maken door de benodigde reiskaarten te spelen:
Op de overzichtskaart staan de kosten voor het reizen aangegeven. Als men de benodigde reiskaart niet bezit, kan men door drie wille-keurige andere reiskaarten in te leveren toch over deze weg reizen. Als men over een weg met een hindernis reist moet een extra reis-kaart van het betreffende transportmiddel worden gespeeld. Uit iedere stad die aan-gedaan wordt mag het eigen souvenir worden gepakt.

Afsluiting van een ronde: Men mag maximaal 1 transportfiche en 4 reiskaarten bewaren. Overige fiches en kaarten naar keuze inleveren. Acht nieuwe kaarten uitdelen.

Einde van het spel: Het spel eindigt na 4 rondes. De speler met de meeste souvenirs wint het spel.